Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

DIEPENBEEK, ABRAHAM

betekenis & definitie

een vermaard Schilder, geboortig van 's Hertogenbosch; een der voornaamste Leerlingen van den grooten RUBENS. De meeste stukken, in het beroemde werk, de Tempel der Zanggodinnen, zijn vervaardigd naar zijne Tafreelen.

Dit is genoeg, om over zijn kunstvermogen te kunnen oordeelen.Zie PHILIPS, Leven der Schilders.

< >