Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

BRIENEN, ABRAHAM VAN

betekenis & definitie

onder de Roomsche Godgeleerden in de Nederlanden zeer vermaard. Hij werd, in het jaar 1638, toen hij Pastoor in de Veenen, onder het Sticht, was, met JACOBUS DE LA TORRE, door den Bisschop PHILIPPUS ROVENIUS, naar Rome gezonden, ter beslissinge van de ontstaane geschillen, als ook om eerbiedigheid aan den stoel van Rome te bewijzen.

Die reize ondernam hij, in 1655, andermaal, na reeds voorheen tot Pastoor van St. Geertrui te zijn verheeven. Ten tijde van JOHANNES VAN NEERKASSEL Werd hij tot deszelfs Raadsheer en Vikaris van ’t Utrechtsche Bisdom verkoozen. Hij was aldaar in het begin der zeventiende Eeuwe geboren, en stierf op den 19den September 1680, in den ouderdom van tagtig jaaren. Zijne schriften zijn te Leiden, in ’t jaar 1769, herdrukt.Zie Bat. Sacra en Oudh. van Utrecht.

< >