voerde, als Kapitein, in ’t jaar 1654, het bevel over drie Staatsche oorlogschepen, dienende ter begeleidinge van de Smirnsche Vloot, die door den Engelschen Bevelhebber THOMAS ALLEN, met zeven oorlogschepen, voor de Baai van Cadix, op de alleronverwachtste wijze, vermits Koning KAREL DE TWEEDE zig nog niet als openbaaren vijand van den Staat verklaard had, werden aangetast. VAN BRAKEL had het ongeluk van in het begin des gevechts doodgeschooten te worden.
Nogtans verweerden de onzen zig zo dapper, dat de Engelsche roovers, met alle hunne overmagt, niet meer dan twee schepen van de vloot buit maakten. Daar de tijdsomstandigheid het thans zo veel als ooit vordert; den moed onzer Helden optewakkeren, kan ik niet voorbij te melden, dat JAN ROELOFSZOON van Hoorn, met zijn koopvaardijschip de Koning Salomon, een geruimen tijd alleen tegen vier Engelsche oorlogschepen in ’t gevecht was, en zo lang streed, dat het schip onder hem wegzonk. De dappere held sprong in de Sloep, waarmede hij door de Engelschen gevangen genomen werd, doch meer tot schande van hun, dan van dezen grooten man.