Generaal der Kathuizers, geboortig van Thiel, in Vlaanderen. Hij leide te Gend, bij de gemelde Orde, de gronden zijner studiën, en voltooide ’er dezelve. Daarna werd hij in die Stad Hoogleeraar in de Welsprekendheid.
Toen de donder aldaar in zijn vertrek sloeg, en eenen zijner hoorderen kwetste, deed hij een gelofte van Monnik in de gemelde Orde te zullen worden. In het Jaar 1504 volbragt hij deeze belofte, en gedroeg zig zo wel in de zaaken, waarin hij gebruikt werd, dat hij, in 1521, tot Generaal van de Orde verheven werdt. Hij bekleedde dat ampt tot zijnen dood, voorgevallen in ‘t jaar 1538, laatende eenige geschriften na, die men bij VAL. ANDREAS gemeld vindt.