weleer een Riddermaatige Hofstad in ‘t Sticht van Utrecht, even beneden het Dorp Amerongen. In voorige tijden was dezelve leenroerig aan de Proostdij der Dom-Kerk van Utrecht, maar werd, ten tijde van den Proost HUGO VAN ZUILEN VAN NIJVELD, met bewilliging van het Domkapittel, den 23sten September 1621, van den leenpligt ontslagen.
In de Veertiende Eeuw behoorde Bergen- of Berkenstein aan het geslacht van BORRE VAN AMERONGEN, uit welken stam het, zo door koop als erfenisse, in verscheidene anderen is overgegaan; als, aan ZUILEN VAN NATEWISCH, NIJENRODE, VAN DER DOES VAN NOORTWIJK, VAN EDE, KRIEX, ORMEA, tot dat, in 1721, JUSTUS ORMEA het aan FREDRIK BORRE VAN AMERONGEN verkocht, die ’er Eigenaar van was toe in het Jaar 1724; gaande toen, met deszelfs overlijden, over aan zijne Zuster, Vrouwe ELISABETH VAN AMERONGEN, en van haar op GIJSBERT JAN, Baron van Hardenbroek, die den tijtel daar van heeft aangenomen.Zie Staat van Utrecht, II. Deel, bl. 301.