aan de Maas, is, volgens het voorgaande, het eerste Ambacht. Dit is, door de menigte der bewooneren, die, door de aangenaamheid der plaatze, derwaarts gelokt werden, in weinige jaaren, zo zeer toegenomen, dat het naar een aanzienlijke Stad gelijkt.
De Hervormde Gemeente wordt aldaar door twee Leeraaren bediend. Deeze Heerlijkheid heeft wel eer behoord aan den Heere JAN DE CERFF, Burgemeester der Stad Rotterdam, en daarna aan den Heer JOH. MART. VAN HARLINGEN. In het jaar 1767, werdt ze, door koop, de eigendom van Vrouwe JACOBA CATHARINA VAN SCHOONHOVEN, Douariere van wijlen den Heer PIETER MEERMAN, en Vrouwe van Piershil.