(Coronella austriaca, familie Ringslangen) Lijkt op de gewone ringslang, maar heeft geen gekielde, doch gladde schubben (vandaar de naam). Rug grijsbruin met donkere vlekken. Kop aan weerszijden voorzien van een donkere lengtestreep, zonder gele vlekken. Tot 75 cm. Wurgt zijn prooi door deze te omstrengelen. Voedt zich vooral met hagedissen. In heidevelden, op open plekken in bossen en langs bosranden in het oosten en zuiden van Nederland. In België in de provincies Namen, Luik, Luxemburg, Limburg en Antwerpen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
