Inheemse dieren

Gedigitaliseerd Ensie (1950)

Gepubliceerd op 15-02-2023

Gierzwaluw

betekenis & definitie

(Apus apus, orde Gierzwaluwachtigen) Vleugels zeer lang, sikkelvormig gebogen. Staart kort en gevorkt. Buik en overige delen zwart, uitgezonderd een lichte vlek aan de keel. 16 cm. Een der snelste en krachtigste vliegers. Behoort niet tot de zangvogels: de gierzwaluwachtigen vormen een eigen orde. Vlucht- en alarmroep: een schril 'srie...h'. Vooral hoorbaar in de broedtijd (mei-juni). Meestal in de buurt van hoge gebouwen. Nestelt in allerlei holten van gebouwen. In Nederland talrijke broedvogel. Doortrekker Trekt juli/aug.-mei naar Afrika om te overwinteren.

< >