(Anguilla anguilla, orde Palingachtigen)Lichaam slangachtig. Rug-, staart- en aarsvinnen tot een lange vinzoom versmolten. Buikvinnen afwezig. Rug olijfbruin, buik witachtig. ♂ tot 50 cm, ♀ tot 100 cm. Voedsel varieert afhankelijk van het ras. In Europa onderscheidt men 2 vormen: spitskoppalingen die zich voeden met insektelarven, wormen, slakken en kreeften, en breedkoppaiingen die zich met grotere vissen voeden. Trekken op een leeftijd van 9-15 jaar naar de paaigronden in de Sargassozee, voor de kust van Midden-Amerika. In rivieren, grotere beken, meren. Bodembewoner, die zich overdag meestal schuilhoudt in de modder.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
