vliesvleugelig insect, leeft in staten, bestaande uit koningin, onvruchtbare wijfjes (werkmieren), gevleugelde mannetjes, en dikwijls nog verschill. andere soorten. Sommige leven v/d jacht o.a. op larven uit andere nesten, sommige v. graankorrels, sommige kweeken bladluizen o/h door deze afgescheiden zoete vocht.
Eenige soorten kweeken larven uit andere nesten op tot slaven, die ze voor zich laten werken. De m. ondergaat een volkomen gedaanteverwisseling: ei, larve, pop, mier. Nesten worden met groote vaardigheid in zeer verschill. vorm gebouwd. In Ned. komt de groote bosch-m. het meest voor.