1) i/h algemeen: omlooptijd van de maan o/d aarde (nauwkeurig: 30 dagen, 10 uur, 29 min, 4 sec). De Rom. begonnen het jaar met Maart, vandaar de namen September (zevende), October (achtste), November (negende) en December (tiende).
Januari genoemd naar Janus (god met 2 gezichten, i/d toekomst en i/h verleden ziende), Februari naar Februus, Maart naar Mars (oorlogsgod), Mei naar Maja, Juni naar Juno, overeenkomstig den tijd, waarin aan deze góden werd geofferd. Juli naar Julius Caesar, Augustus naar Octavianus.Tijdens de Fransche Revolutie werden nieuwe namen ingevoerd, nl. Vendémiaire, Brumaire, Frimaire, Nivôse, Ventôse, Pluviôse, Germinal, Floréal, Prairial, Messidor, Thermidor, Fructidor. Deze verdwenen b/d herinvoering v/d → Gregoriaanschen kalender.
Thans: Januari (Louwmaand), Februari (Sprokkelmaand), Maart. (Lentemaand), April (Grasmaand), Mei (Bloeimaand), Juni (Zomermaand), Juli (Hooimaand), Augustus (Oogstmaand), September (Herfstmaand), October (Wijnmaand), November (Slachtmaand), December (Wintermaand).
2) Synodische m., 29 dagen 12 ¾ uur, tijd tusschen 2 nieuwe manen.
