Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gepubliceerd op 22-05-2021

Kroon

betekenis & definitie

1) (Lat.: Kronstadt: Stadhuis, corona = krans), hoofddeksel, teeken eener hooge waardigheid, ontstaan u/h → diadeem. Vroegste vorm de → tiara der patriarchen waaruit de pausenkroon ontstond.

De eerste Duitsche keizers-k. 1027 v. Koenraad II. In de → heraldiek verschil], kronen o/d adelsrang aan te geven;2) munt, waarop een k. was afgebeeld:
a. tot 1924 in Oostenr. en Hongarije;
b. thans in Scandinavië en Denemarken = 100 óre;
3) Noorder-k en Zuider-k., twee sterrenbeelden;
4) lamp met veel armen;
5) de K., uitdrukking v. koning of koningin.

< >