eilandkoninkrijk i/d Noordzee, verbonden met Denemarken, 102 819 km2, 110 000 inw., boomarm, vulkanisch bergland met vele gletschers, heete bronnen (geisers) over liet geheele eil. verspreid, alleen de kuststreek is bewoond. Vischvangst, schapen- en paardenteelt zijn de voornaamste bestaansmiddelen.
Hoofdst. Reykjavik. — IJ. is sedert 870 v. Noorw. uit gekoloniseerd, werd 1380 Deensch en heeft de oudste Germ. taal en literatuur.