1) Romeinsche m. en maat;
2) spil waarom iets wentelt,
3) denkbld. l. waarom een voorwerp draait;
4) lijn die een voorw. in twee symmetrische deelen verdeelt;
5) lijn, die o/e schip vóór- en achtersteven verbindt ter hoogte v/d waterlijn;
6) i/d scheik. symb. v. Arsenicum;
7) Tsjechisch v. → Asch.