Manumissio - vrijlating van slaven. Deze kon op verschillende wijze plaats vinden;—1) vindicta of festūca. De heer bracht zijn slaaf voor den praetor; diens lictor of een ander trad dan als assertor (z. a.) op, raakte het hoofd van den slaaf met een roedje (festuca, vindicta) aan, en zeide: hunc hominem liberum esse aio ex iure Quiritium.
Daar nu de eigenaar niet tegensprak, verklaarde de praetor den man voor vrij.—2) censu. De meester liet zijn slaaf bij den census in de burgerlijsten inschrijven.—3) testamento. Door deze drie wijzen van vrijlating werd de slaaf niet alleen vrij man, maar ook burger.
Als vierde wijze voegde Constantijn de Gr. er de vrijlating in de kerk (in ecclesia) bij. Een feitelijke toestand van vrijheid, doch zonder burgerrecht, was het gevolg van de manumissio inter amicos, binnenshuis in tegenwoordigheid van een vijftal vrienden als getuigen,—per mensam, doordat de eigenaar den slaaf als een vrij man aan tafel noodigde,—per epistulam of onderhandsche schriftelijke verklaring, zie lex Iunia Norbana. De lex Aelia Sentia (4 na C.) en de lex Furia Caninia beperkten het recht van vrijlating.
De libertini werden alleen in de vier tribus urbanae ingeschreven (zie echter lex Manilia).