Libanius - Λιβάνιος, van Antiochië, geb. 314 n. C., studeerde te Athene en hield daarna eenigen tijd te Constantinopel zijn verblijf, waar hij als rhetor werkzaam was en een school stichtte, die zeer veel leerlingen trok. Ten gevolge van de kuiperijen zijner tegenstanders kon hij echter op den duur niet te C. blijven; in 344 vestigde hij zich te Nicomedië, waar hij vijf jaar bleef, daarna wederom te Constantinopel; in 354 keerde hij naar zijne geboortestad terug, waar hij op ongeveer tachtigjarigen leeftijd stierf.
Onder Iuliānus, die zeer met hem ingenomen was, en dien hij van zijn kant hoog vereerde, was hij quaestorius. Onder zijne talrijke werken, alle in het grieksch geschreven, zijn vele redevoeringen en brieven belangrijk voor de geschiedenis van zijn tijd.