(ook: Statenbijbel). Ned. bijbelvertaling van 1625-37 op last van de Staten-Generaal (vandaar de naam) verricht, naar een besluit van de → Dordtse Synode in 1619. in aansluiting aan oudere Ned. bijbelvertalingen.
Het NT werd vertaald door Kolandus, Walaeus en Hommius, het OT door Bogerman, Bucerus en Baudartius. De eerste druk werd ontsierd door tal van fouten; 1655 kwam er een register van verbeteringen. Betrouwbaar is de druk van 1657. Zij handhaafde zich tot aan de Nieuwe Vertaling van het Ned. Bijbelgenootschap (NT in 1939, OT in 1951). De invloed van de Statenvertaling op de Ned. taal en het volksleven is zeer groot geweest.Litt. C.C.de Bruin. De Statenbijbel en zijn voorgangers (1937).