(Fr. Rode-le-Duc) Herzogenrath). buurtschap in de Ned. prov.
Limburg, gemeente Kerkrade. De heerlijkheid Rolduc kwam in de 12e eeuw door erfenis aan Limburg; na de slag bij Woeringen (1288) aan Brabant; 1661 verdeeld tussen Spanje en de Noordned. Republiek; behoorde 1795 in zijn geheel tot het dep. van de NederMaas; 1816 verdeeld tussen Nederland en Pruisen, waarbij Pruisen 's-Hertogenrade kreeg en Nederland Kerkrade. De gewezen Doornikse kanunnik Ailbertus stichtte 1104 de abdij Rolduc. tot de 17e eeuw Cloesterroede (Kloosterrade) geheten, die tot 1794 zelfstandig bleef en een centrum van godsdienst en cultuur werd in het hertogdom Limburg. De Annales Rodenses (1104—57) zijn een belangrijke historische bron. In 1113 begonnen de kloosterlingen met het winnen van steenkool, die met behulp van watermolens op de Worm werd gewonnen.
In 1741 waren 800 mijnwerkers in dienst van de abdij. In de 19e eeuw werd de Staat der Nederlanden eigenaar en kreeg de mijn de naam N.V. Domaniale Mijn Maatschappij: ca. 1968 gesloten. Uitg.: Annales Rodenses door P.C.Boeren en G.W.A.Panhuysen (1968).Litt. P.C.Boeren. Rodensia (3 dln. 1941-44); P.C.Boeren, de abdij Rolduc (1945): Rolduc 1843-1943 (uitg. Rolducs Jb. 1948); P.C.Boeren. Het grondbezit der Abdij Rolduc in de jaren 1104 — 13(X) (in: Publ. Limbourg 1948); P.C.Boeren, De oudste oorkonden der abdij Rolduc en de Annales Rodenses (1949); B.Bekman, Uit het land van het zwarte goud (z.j.); P.J.A.M.Keysers.
Rolduc in de 16e en 17c eeuw (in: Land van Herle. 1966); Ch.de Clcrcq. Rolduc 1661-1860 (1975); F.J.M.Wiertz. Het einde van de abdij Rolduc (in: Land van Herle dln. 22-26, 1972-76).