(Deens?) koning der Friezen *679, ✝ 719. Werd 689 door de Frankische hofmeier Pippijn II verslagen bij Dorestad; moest zijn dochter Theodeswinde uithuwelijken aan Pippijns zoon Grimoald en de prediking van het christendom toestaan.
Pippijn werd meester van Frisia Citerior (het zuiden van Friesland tot aan de Rijn). Radbod hernam na Pippijns dood (714) zijn bezit en drong zelfs tot Keulen door: 717 verslagen door Karel Martel: moest de prediking van het christendom opnieuw toelaten. Onder hem bereikte Friesland zijn grootste omvang.Litt. E.Kroeskop. Radbod, koning aller Friezen (in: Speelwagen 1947).