Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Jacob de Rhoer

betekenis & definitie

Ned. historicus, *1722, ✝ 1813 Groningen. Hoogleraar te Deventer (1745-67) en te Groningen (1767-1804).

In zijn denken voltrok zich de overgang van traditie (bijbel en klassieken) naar een meer kritische opstelling. Schreef over zeer uiteenlopende onderwerpen, zoals een studie over de doodstraf bij de Germanen, een beschrijving van Westwolderingerland. een verhandeling over het oude Dorestad, een chronologisch handboek en een aantal geschiedkundige schetsen. Werken o.a.: Feriae Davenrrienses (1758). Otium Daventriense (1762). Uitg. van Forphyrius, De abstinentia ab esu animalium (1767). LU I . A.Til.van Deursen, J.de Rhoer (1970).

< >