Gepubliceerd op 21-01-2020

HARLINGEN

betekenis & definitie

(Fr. Harns) Stad en gemeente aan N.W. kust van Friesland.

Maakte als een der elf industriekernen in de jaren ’60 een snelle industriële ontwikkeling door. Belangrijke vissershaven met visafslag.

Stijging inwonertal bleef echter beperkt. Opp. 1160 ha, waarvan 1069 ha land (in 1957 455 ha land, per 1-7-71 grenswijzigingen ten koste van Barradeel en Franekeradeel, waarbij Almenum geheel en Midlum grotendeels bij de gemeente Harlingen werden gevoegd).Wapen: Een schild, zijnde gevierendeeld, het eerste en het vierde deel van keel, beladen met drie gouden leliën, geplaatst twee en een, het tweede en derde van zilver, beladen met vier kruisen van keel. Het schild is gedekt met een kroon en ter rechterzijde vastgehouden door een gevleugeld vrouwenbeeld, een draak doorstekende en in de rechterhand de schaal der gerechtigheid, alles van goud (zie Wapen).

De vlag bestaat uit een smalle, horizontale, blauwe boven- en benedenbaan, en een brede gele middenbaan, waarin een blauw-omrande cirkel, omvattende het gemeentewapen.

Bevolking: Ondanks gunstige ligging is Harlingen een van de minst snel gegroeide industriekernen van Frl. Wanneer men de bevolkingsvermeerdering bij de versch. grenswijzigingen uitcorrigeert, is de groei zelfs gering te noemen.

Het aantal inwoners bedroeg in 1954 11.274; (1959) 11.753; (1964) 12.313; (1969) 12.618; 1973) 13852.

Economie De verbetering van de havenaccomodatie en de vergroting van de vaarwegen vanaf Harlingen is van groot belang geweest voor de industriële ontw. in het noorden van Frl. Als vissershaven is Harlingen snel belangrijker geworden, nl. door de overschakeling van vele vissers van IJsselmeerop Noordzeevisserij. Al bleef voor met name de Urkers de oude woonplaats de thuishaven, in Harlingen werd gelost.

Het toenemend toerisme naar de Waddeneilanden leverde voor Harlingen als punt van vertrek naar Vlieland en Terschelling een groeiende bedrijvigheid op. Daarbij bleek de plaats zelf als toeristisch centrum te kunnen fungeren met een, ondanks de industriële ontw., bijzonder gaaf gebleven stadsgezicht en met unieke mogelijkheden voor zeesportvisserij en -zeilen.

Voor de economie van de plaats zelf was de ontw. van de industrie van grote betekenis. Nijverheid in de sectoren: bouw, drukkerij, houtverwerking, suikerwerkfabricage, aardewerk en tegels, scheepsen jachtbouw, patates frites, schelpkalkbranderij, gritfabricage, visverwerking, margarine- en spijsvet, lederwaren, steenhouwerij, zeilmakerij. Verder transport- en overslagbedrijven, rederijen, sportvissers- en horecabedrijven. Er zijn (1975) plannen voor een industriehaven binnendijks, langs de rijksweg tussen Harlingen en Midlum.

Politiek en kerkelijk leven Zowel de PvdA als de partijen van het CDA hebben een deel van hun aanhang verloren. Die is terecht gekomen bij GPV, VVD, PPR, FNP (3,7 % bij de statenverkiezingen van 1974). Bij gemeenteraadsverkiezingen bleef het politieke beeld stabiel, m.u.v. de partijen van het CDA (KVP, ARP, CHU), die in

20 jaar bijna de helft van hun aanhang verspeelden. Sedert 1958 is in de raad vertegenwoordigd de partij Harlinger Belang (3 zetels tot 1974, daarna 2). In 1954 was de raad als volgt samengesteld: 6 PvdA, 3 CHU, 2 ARP, 2 KVP, 1 CPN, 1 VVD. Na 1974: 6 PvdA, 4 CDA, 2 Harlinger Belang, 1 GPV, 1 PPR, 1 VVD.

De onkerkelijkheid is in de jaren 1960-1971 gestegen tot bijna 50 % (46,5 % in 1971 tegen 36,9 % in 1960). Deze stijging ging ten koste van alle grote kerkgenootschappen. In 1971 was 19 % van de bevolking Hervormd (in 1960 24,8 %), 13 % RK (15,2 %), 9 % Gereformeerd (13,2 %). Verder grote afdeling van het Leger des Heils en o.m. Doopsgezinden.

Onderwijs, sport, cultuur en monumenten In Harlingen o.m. scholen voor scheepswerktuigkunde (Middelb.), Mavo, Dagnijverheidsschool voor kusten binnenvaart (in voormalige Zeevaartschool), LTS, LEAO, LHNO en politieschool. Vormingscentrum voor werkende jongeren. Muziekonderwijs in gemeensch. regeling met Franeker en Franekeradeel.

Snelle ontw. maakte vooral in de jaren ’60 de zeesportvisserij door, terwijl na plm. 1970 het zeezeilen toenam. Harlingen werd het centrum van verschillende zeilevenementen, zoals de Harlingen-Terschellingrace voor zeiljachten (zie Zeilen). Zwemsport in zeezwembaden en verwarmd instructiebad. Sportpark met o.m. tennisbanen, sporthal. In de zomer het lanenkaatsen.

Cultureel centrum: Trebol. In het Gemeentemuseum Hannemahuis scheepsmodellen en maritieme wandschilderingen van Baur, Oostendorp en Backer en tegelverzameling.

Het aantal gerestaureerde en in stand gehouden monumenten in de binnenstad is bijzonder groot. Alleen het aantal gevels (17e-19e eeuw) dat op de monumentenlijst staat, bedraagt al 500. In 1974 kreeg de stad een prijs in het kader van de landelijke actie 1975 Monumentenjaar voor de integrale restauratie van de woonwijk Zoutsloot. Restauratieplannen voor de wijken tussen Grote Brede Plaats en Zuiderhaven (Vijverbuurt) zijn in uitvoering. Stadhuis (1730-1756) met toren in 1974 door brand gehavend. Herv. kerk (1771-1776) met tufstenen Romaanse toren (12e eeuw).

Wijnpakhuis De Blauwe Hand (17e eeuw, thans bar-bistro). Op Westerzeedijk beeld van Caspar de Robles (De Stiennen Man), bij veerhaven beeldje van verzonnen figuur van jongetje dat Holland redt door duim in dijksgat te steken. Monument voor Tsjerk Hiddes de Vries (Fr. zeeheld) en door Suze Berkhout vervaardigd beeld van Anton Wachter (als monument voor Simon Vestdijk t 1971). Burgemeesters na 1954: B. Nauta, drs. H. I. de Haan (sinds ’71).

Eind aug. worden de visserijdagen gehouden, met o.m. vlootschouw. Het voormalige ziekenhuis Oranje-oord werd Politieschool (s. 1975), terwijl in samenwerking met het R.K. ziekenhuisbestuur elders een nieuw ziekenhuis werd gebouwd (sinds 1975).

Lit.: Harlingen, mien stadsje (2 dln. 1970-1974).

Hein Buismanstichting In 1963 richtte H. H. Buisman, boterkoopman te Leeuwarden, een stichting Oud-Harlingen op ter bevordering van restauraties van oude panden in Harlingen. Hij kwam hetzelfde jaar op 59-jarige leeftijd te overlijden, waarna zijn schepping werd omgezet in de Hein Buismanstichting. Doelstelling: het oude stadsschoon van Harlingen zoveel mogelijk zeker te stellen door historisch of cultuurhistorisch belangrijke panden in eigendom te verwerven en eventueel de eigendom weer te vervreemden indien voldoende vaststaat, dat daardoor het instandhouden van het karakter van het pand zoveel mogelijk wordt bevorderd. De heer Buisman liet een tiental panden na, die werden overgedragen aan de Hein Buismanstichting en in 1967 kwam het eerste object (aan de Zoutsloot) gereed. Met overheidssteun en in samenwerking met de gemeente zijn sedert de oprichting ruim 30 panden gerestaureerd, die alle werden afgestoten, zie ook Zoutsloot-project.

< >