In toenemende mate wordt het gebruikelijk Friese namen te geven aan kleuter- en andere scholen, openbare gebouwen, bejaardentehuizen, ziekenhuizen, recreatiecentra, horecabedrijven, instellingen op zeer verschillend terrein, ook in de Friese steden. Door de oprichting van vele kleuterscholen, bejaardentehuizen en dergelijke na W.O.
II is de behoefte aan namen sterk toegenomen, wat mede de Friese naamgeving heeft bevorderd. Een inventarisatie ontbreekt, maar kenmerkend zijn namen voor bijvoorbeeld dorpshuizen De Pleats (Bergum), It Heechhûs (Heeg), De Dobbe (Anjum), Yn’e Mande (Tietjerk); kleuterscholen De Einekoer (Dokkum), De Bernepölle (Marssum), It Reidhintsje (Wirdum); bejaardencentra Greunshiem (Leeuwarden), Rispinge (Drachten); restaurants, pensions e.d.
It Hearehûs (Staveren), Nynke’ pleats (Piaam), Lefferts hutte (Wijnjeterp), It Ankerplak (Makkum); zwembaden De Middelsé (Stiens), de Welle (Drachten), de Dóbe (West-Terschelling); zeilscholen Oer ’t wetter (Sneek), Sylnocht (Eernewoude); waterschappen De Walden (Damwoude), Eastergoa’s Sédiken (Wierum); coöperaties De Takomst (Wolvega), Ark en Reau (Oldeboorn-Akkrum). Diversen: De Hege Wier (sociaal-medisch centrum Leeuwarden), De Trije Muontsen (pottebakkerij Oldeboorn), It Beaken (jeugdherberg Heeg), Blauhûster puollen (stichting te Blauwhuis), Alde Fryske Tsjerken (stichting), De Fryske Mole (stichting), It Soal (camping Workum), De Fryske Waedrinners (vereniging van Wadlopers).
Het aantal particuliere woningen met een Friese naam is niet te tellen.