(Cobi) (Sneek 1946-Sneek); beeldend kunstenares; techniek: gouaches, olieverven, grafiek (lithografiën) en wanddecoraties; onderwerpen en kunstrichting: voornamelijk landschappen in neo-expressionistische trant. Stond aanvankelijk sterk onder invloed van de Cobra-beweging, maar wist door integratie van gegevens uit de Pop-art en Actionpainting een heel eigen beeldtaal te scheppen.
Ontving lessen van Corneille en Slavi Soucek aan de Zomerakademie in Salzburg en verwierf in 1971 en 1972 prijzen van die stad resp. voor non-figuratieve schilderkunst en voor lithografie.Het rijk, de provincie Friesland en de gemeente Leeuwarden kochten werk van haar aan, terwijl zij in meerdere gemeenten in Friesland monumentale opdrachten uitvoerde, o.a. in bejaardencentra te Metslawier en Koudum, in het vormingscentrum De Oorsprong te St. Nicolaasga en lagere scholen te Sneek en Lemmer (z. Monumenten).
Lit.: P. A. Scheen, Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950 (1969).
