de voornaamste Servische schrijver, geb. 26 Oct. 1787 te Trsjitsj in Servie, woont sedert 1813 te Weenen. Zijn hoofdwerk is de uitmuntende Srpslie narodne pjessme (3e druk 3 dln.
Weenen 1841—46), waarvan verscheidene duitsche vertalingen het licht hebben gezien, nl.: van Talvj (2e druk 2 dln. Leipzig 1853), van Gerbard (Wila, 2 dln. Leipzig 1828), van Kapper (Gesange der Serben, 2 dln. Leipzig 1852; Fürst Lazar, 2e druk Leipzig 1852). Vroeger waren reeds van K. verschenen: Püamenizasrpskoga jesika (Weenen 1814; 2e druk 1818; duitsche vertaling van J. Grimm 1824) en Srpski rjetschnik (2e druk Weenen 1852). Later zijn nog van hem gevolgd : Srpske narodne posslowize (2e druk Weenen 1849) en Srpske narodne pripotcijelke (Weenen 1853; duitsche vertaling door K.'s dochter Wilhelmiiie, Berlijn 1854).