geb. 15 Maart 1819 te Colmar, in het fransche dept. Haut-Rhin, bekend door zijne oppositie, als representant, tegen Napoleon 111, tegen wien hij mede-eischte de in staat van beschuldiging stelling wegens den veldtogt naar Italië.
Door den staatsgreep van 2 Dec. 1851 verdween C. van het staatkundig tooneel; maar meer nog heeft hij naam gemaakt door zijn verdienstelijk werk Etude sur les réformateurs du 16esiècle, Ulrich de Hutten et Zwingle (2 dln. Parijs 1838).