Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Thomas armstrong

betekenis & definitie

een geboren Nimwegenaar, vriend van den hertog van Monmouth (den natuurlijken zoon van t arel II, koning van Engeland),die 1683 wegens eene ontdekte zamenzwering de wijk had genomen naar Holland, waar hij bij den prins van Oranje Willem III bescherming vond. Op het hoofd van A., die den hertog gevolgd was, had het engelsche gouvt. eene premie van 500 pd. sterl. uitgeloofd; en A., die zich te Leyden ophield, werd daar 14 Junij 1684 gevat door den leydschen schout, Cornelis Paets, die daartoe buiten weten der Staten van Holland de hand leende, om den engelschen gezant te believen en het uitgeloofde bloedgeld te verdienen; den 25 Junij kwam A. gevankelijk te Londen aan, en den 30 werd hij opgehangen en gevierendeeld.

< >