Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Robert Peel

betekenis & definitie

(sir), engelsch staatsman, geb. 5 Febr. 1788, oudste zoon van den in 1800 tot baronet verhevenen rijken fabrikant Robert Peel te Brookside bij Blackburn (geb. 25 April 1750, gest. 3 Mei 1830 op de familie-bezitling Drayton-Manor bij Stafford), nam reeds 1809 zitting in het Lagerhuis, waar hij zich aan de tories aansloot, was 1828 —30 minister van binnenlandsche zaken, vervolgens hoofdleider der conservatieve oppositie, totdat hij in het najaar van 1841 optrad aan het hoofd van een ministerie; 29 Juni 1846 afgetreden, bleef hij in hooge mate populair tot zijnen dood 2 Juni 1850.

< >