Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Richard cumberland

betekenis & definitie

1) moralist, geb. te Londen 1632, gest. 1718, was lang predikant eener kleine gemeente, en werd 1691 benoemd tot bisschop van Peterborough, zonder er om gevraagd te hebben. In 1672 gaf hij onder den titel De Lcgibus Naturrn eene wijsgeerige verhandeling in het licht, waarin hij Hobbes bestreed, en beweerde, dat er eene natuurlijke zedeleer is, onafhankelijk van de instellingen der menschen.

Dit werk werd 1744 door Barbeyrac in het Fransch vertaald. Hij was ook een oudheidkenner, en is schrijver van eene •Verhandeling over de maten en gewigten der Joden" (1686).2) een der afstammelingen van den vorige, geb. te Cambridge, 19 Febr. 1732, gest. 7 Mei 1811, heeft zich door verscheidene tooneelstukken als letterkundige doen kennen, waarvan de Amerikaan (1769) veel opgang maakte.

< >