engelsch staatsman, geb. 1804 te Dunforn bij Midhurst, graafschap Sussex, heeft zijn gansche leven toegewijd aan drie beginselen: de handelsvrijheid, de staatkundige vrijheid en de vrede. In zijne jeugd zag hij zijn vader diens kleine erfdeel verliezen, en hij zelf was genoodzaakt het vee te hoeden: in de armoede heeft hij dus de onregtvaardigheid leeren verfoeijen.
Door een oom, een katoenfabriekant te Londen, tot zich genomen, leerde hij daar dat vak, en dacht zich beveiligd tegen armoede; doch de firma van zijn oom moest failliet gaan, en nu zag C. zich genoodzaakt zelf zich eenen weg te banen door het leven. Met de opgedane kundigheden begaf hij zich naar Manchester, waar toen nog maar grove katoenstoffen werden vervaardigd, won er het vertrouwen van eenige groote industriëlen, en rigtte er de eerste werkplaats op voor fijne katoenstoffen, die weldra met de beste van Londen wedijverden. Zoo werd C. rijk, en in 1835 was hij rijk genoeg, en had inmiddels de hem aangeborene talenten genoeg ontwikkeld, om zich met staatkunde te kunnen bemoeijen. Hij vestigde de aandacht op zich, door een paar vlugschriften in het licht te geven, waarin hij de voordeelen der groote beginselen, hierboven genoemd, ontwikkelde. Daarna (reeds vroeger had hij Frankrijk, België, Zwitserland en de Vereenigde Staten bezocht) deed hij eene reis, die twee jaren duurde, door Egypte, Turkijë, Griekenland en Duitschland. In Manchester teruggekeerd, vormde hij den Vrijhandels-bond, die acht jaren lang (1838—1846) Engeland in beweging bragt, en spaarde geld noch moeite om zijne beginselen te doen zegevieren. In 1841 zond het vlek Stockport hem als afgevaardigde naar het Lagerhuis, waar hij nu meer afdoend kon strijden, om zijne beginselen ingang te doen vinden; in 1843 evenwel een te krachtigen toon tegen sir Robert Peel aangeslagen hebbende, zag hij zich genoodzaakt zijn ontslag te nemen als lid van het parlement. Maar door de volksvergaderingen, die nu gansch Engeland in rep en roer bragten ter eere van den wakkeren verdediger der handelsvrijheid, gingen aan zeer velen de oogen open aangaande het waarachtige nut van dat groote beginsel, en 1846 stelde sir Robert Peel zelf den vrijen invoer der eetwaren voor. Door dezen triomf in het ministerie geroepen, bedankte C. voor die eer, en ging weder op reis. In Frankrijk, Italië, Duitschland en Zweden werd hij overal hartelijk, in Rusland als in triomf ontvangen. In 1847 werd hij door Yorkshire gekozen tot lid van het parlement; krachtig ondersteunde hij het kabinet Russell om de scheepvaart te ontheffen van alle belemmerende banden; en tot op dit oogenblik is C. aan zijne beginselen getrouw gebleven. In het parlement is hij een der origineelste redenaars van zijn land. Zijne belangrijkste redevoeringen verschenen in 1 dl. getiteld Speeches (1850).