Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Pieter Teyler van der Hulst

betekenis & definitie

een aanzienlijk ingezetene van Haarlem, van engelsche afkomst, geb. te Haarlem 25 Maart 1702, gest. aldaar 8 April 1778, heeft zijnen naam door de Teyler's Stichting vereeuwigd, zijnde een fonds, om twee genootschappen (oji zijn verlangen door de uitvoerders van zijn testament opgericht) in staat te stellen, jaarlijks eene prijsvraag uit té schrijven ter bevordering van kennis op 't gebied van natuurlijke en geopenbaarde godsdienst, natuur-, geschied-, penning-, diclitk. en teekenkunst, en 't beste der op elke prijsvraag ingekomene antwoorden te bekronen met een gouden penning ter waarde van vierhonderd gulden.

< >