Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Perzië

betekenis & definitie

onder dezen naam heeft men te verstaan:

1) het oude P., ook genaamd het rijk der Perzen of het Medo-Perzische rijk, en
2) het tegenwoordige P. of Iran.

Het oude Perzië, lat. Persia, eene groote landstreek in Azië, had tot grenzen : ten Z. de Indische Zee, ten N. den Caucasus, de Caspische Zee en eene grenslijn, die van de tegenwoordige stad Herst tot den Dzjihon en van den Dzjihon tot den Attok zou loopen, ten W. de gebergten der Koerden en van ' Loeristan, benevens de Perzische Golf, ten O. de bergen van Indië. Deze groote landstreek bevatte het tegenwoordige Iran, bet rijk Kaboel, den bond der Beloetsjis en het zuiden van Caucasisch Rusland. Als rijk of staat heeft P. menige wisseling ondergaan in de uitgebreidheid zijner grenzen: onder de opvolgers van Cyrus, vooral sedert Darius, zoon van Hyslaspes, bevatte het Perzische rijk, behalve al het hierboven genoemde grondgebied, tevens: Syrië en Klein-Azië (met Cyprus en andere eilanden) in het W.; Bactriana en Sogdiana in het N.O.; Egypte (in Afrika); en de grenzen van P. waren toen : de Indus ten O., de Erythreesche Zee ten Z., de woestijnen der Scythen ten N., de Middellandsche Zee (met de Egeeïsche Zee en den Pontus Euxinus) en de woestijn van Lybië ten W. Door Cyrus was dit kolossale rijk ingedeeld in 120 kleine stadhouderschappen; door Darius I werd het ingedeeld in 20 groote dito of satrapiên, nl. :

1. Lydie en Carié.
2. Carie, Lycië en Pamphvlië.
3. Phrygië, Cappadocië en Paphlagonië.
4. Cicilië en Nrd.-Syrië.
5. Zuid-Syrië.
6. Egypte.
7. Transoxiana.
8. Susiana.
9. Syrië der Rivieren, Babyloniè en Assyrië.
10. iMedië.
11. Zuidkust der Caspische Zee.
12. Bactriana.
13. Armenië.
14. Drangiana.Caramanië en Gedrosië.
15. Land der Sacen.
16. Sogdiana, Arié, Chorasmië en Parthiêne.
17. Colchis.

IS. Albanië en Iberië.

19. Pontus.
20. Arachosië en Indië.

Bij die 20 satrapiên moet men voegen : Persis, de bakermat der Perzische natie, vormende dit landschap een afzonderlijk deel, doch zonder den titel van satrapie.

Onder de Sassanieden (of het tweede Perzische Rijk) behoorden niet meer tot P.: Klein-Azié, Egypte, Bactriana, Sogdiana; buitendien waren de grenzen van P. aan de noordzijde zeer ingekrompen, en het had Armenië moeten deelen met het Romeinsche Rijk. Na de Arabische overheersching verdwijnt de naam P. bijna geheel en al, en wordt eindelijk vervangen door de benaming Iran. Van het oude P. wordt verscheidene malen melding gemaakt in het O. T. (II Chron 36: 20—23; Ezra 1 : 1—8; 3: 7; 4 : 3—24; 6:14;7:1;9:9; Net). 12 : 22; Esther 1 : 14, 19; Ezech. 27 : 10; 38: 5; Dan. 5: 28; 6: 9—29; 8: 20: 10: 1, 13 20; 11 : 2.

Het tegenwoordige Perzië bestaat in het westgedeelte van Iran (zie dat art.), is 26,450 vierk. mijlen groot, met 10 millioen zielen bevolkt, grenst ten N. aan de Caspische Zee, ten Z. aan de Perzische Golf, cn heeft tot hoofdplaats Teheran. Het is ingedeeld in elf provinciën, namelijk:

Provinciën. Hoofdplaatsen.

Irak-Adzjemi. Teheran.

Tabaristan. Demawend.

Mazenderan. Sari.

Ghilan. Resjt.

Aderbeidzjan. Tauris, of Tebriz.

Perzisch Koerdislan. Kirmanschach.

Khoesistan, met Loeristan. Sjoester.

Fars, of Farsistan, met Laristan. Sjiraz.

Herman, or Kermanië. Sirdzjan, of Kermaii.

Roehistan, of Kohistan. Sjeheristan.

West-Khorassan. Medzjed.

De voornaamste rivieren van P. zijn de Araxes, de Kizil-Ozen of Sefldroed, de Rerah of Hawisd, en de Karoen. Van de binnenmeren zijn de voornaamste : het 76 vierk. mijl. groote, zoutige meer van Oermia (Urmia), en het 56 vierk. mijlen groote Hamoen(Hauuin-)meer. Over het geheel genomen behoort P. onder de droogste en vruchtbaarste bebouwde landen van den aardbol; het klimaat is er zeer verschillend, over het geheel genomen warm, op sommige punten verzengend heet, in de bergstreken gematigd en zelfs koud. Kunsten en wetenschappen verkeeren in P. in eenen zeer achterlijken staal. Voordat de Koran er gezegevierd had, behoorde het grootste gedeelte der bevolking tot de leer van Zoroaster. In de 5e en 4e eeuw had men in P. ook vele Christenen; doch sedert de 5e eeuw hebben de koniugen van P. er hun bestendig streven van gemaakt, om de Christenen in hun rijk uit te roeien.— De geschiedenis van P. kan geacht worden eerst eenen aanvang te nemen met Cyrus (558 v. Chr.). Vóór dat tijdstip vermelden de jaarboeken van P. eene schier tallooze reeks gebeurtenissen, die aan de Perzische natie eene overdrevene oudheid geven; men heeft er de fabelachtige dynastie der Pisjdadiërs of Kajomariërs, die vervangen werd door de dynastie der Kajaniërs of Achemenieden, uit welke Cyrus gesproten is. Zooveel is zeker, dat bij de omverwerpingen van het Assyrische en van het Medische rijk de Perzen, destijds beperkt lot Persis (of het tegenwoordige Farsistan), hunne onafhankelijkheid bleven handhaven. Het huwelijk van Mandana (dochter van Astyages, koning der Meden) met Cambyses, koning der Perzen, die de vader werd van Cyrus, was de voorbereiding tot de vereeniging van Persis en Medië, welke vereeniging plaats had na den dood van Cyaxares II (556); de overwinningen van Cyrus en zijne veroveringen in Lydiê, in Klein-Azië, in Assyrië vormden het groote rijk der Perzen. Van 550 tot 350 v. Chr. groeide de uitgestrektheid van dit rijk nog meer aan: Egypte werd er bijgetrokken, de verovering van Klein-Azië werd voltooid; daarna begon de worstelstrijd van P. met Griekenland ; maar door de Medische oorlogen (490—449 v. Chr.) werd de grootheid van P. aan het wankelen gebracht; juist in die overgrootheid, zoomede in de verwijfdheid, die het gevolg was van te groote weelde, lagen de aanleidende oorzaken tot den ondergang van het Medo-perzische rijk, dat aanhoudende opstanden te beteugelen had, en eindelijk bezweek onder de slagen van Alexander. Na diens kortstondige regeering (530—323) werd het rijk verbrokkeld, en kwam een groot gedeelte daarvan in de macht der Seleucieden, aan wie het echter reeds zeer spoedig betwist werd door de Parthische of Arsacidische koningen (255). Eindelijk, na den algeheelen val der Seleucieden, wier overblijfselen het Romeinsche rijk vergrootten (64 v. Chr.), was het oude rijk der Achemenieden verdeeld in Romeinsche provinciën (bewesten den Euphraat), het koninkrijk der Parlhen en der Arsacieden (ten oosten), Armenië (vasal van Rome) en de provinciën benoorden de Paropamisische bergen (onafhankelijk, of in de macht van wilde horden, die veelal vijandig waren jegens de Romeinen). In het jaar226 na Chr. begint de dynastie der Sassanieden, die de dynastie der Arsacieden van den troon wierp, de bezittingen van het oude rijk der Perzen in Opper-Azië weder tot één bracht, en zoodoende een tweede Perzische rijk vormde. De Sassanieden brachten zeer gevoelige slagen toe aan de Romeinen, maar werden op hunne heurt omver geworpen door de Arabieren (652). Gedurende het tijdvak van het Kalifaat (652 —1258) is de naam Perzië meestal (ten minste drie eeuwen lang) verdwenen: het Arabische rijk heeft toen geheel P. in zich opgenomen; doch aanvangende met de 18e eeuw verliest dat rijk langzamerhand zijne provinciën, niet alleen in het westen, maar ook in het oosten. De Taherieden, de Soffarieden, de Samanieden, de Boeieden. de Gaznewieden stichtten op verschillende punten van P.’s grondgebied onafhankelijke rijzen; de Goerieden, de Seldzjoecieden, later de Gengiskhanieden onderwerpen die vervolgens aan hun gezag, totdat eindelijk de mongoolsche heerscher Hoelagoe-khan hen geheel en al omverwerpt (1258). Perzië of Iran wordt toen onderworpen aan mongoolsche khans, van welke sommige afstammen van Hoelagoe-khan, andere van Tamerlan; terzelfder tijd regeeren de Ilkhaniërs te Bagdad (1336—1390), de Turcomanen van het Zwarte Lam (1407—1468) en eindelijk de Turcomanen van het Witte Lam (1468—1499) regeeren over een gedeelte van P. (Khorassan.enz.). Geen dezer dynastiën sticht eene waarlijk duurzame mogendheid. In 1499 verschijnen de Sophis, aanvankelijk zwak, en aan de Turken de gansche landstreek beoosten den Kerkah afstaande. Doch een hunner, Abbas de Groote, herstelt de monarchie (1587); hij verslaat de Turken, ontweldigt hun Tauris, maakt zich meester van Georgië, en ontneemt Ormuz aan de Portugeezen. Te rekenen van de 17e eeuw af verandert alles, en eene menigte usurpatiën (waaronder die van den befaamden Nadir) verscheuren P., dat ten laatste geheel verbrokkeld is (1779), totdat eindelijk de vaste hand van Kadzjar Feth-Ali-schach in het westen van het oude P. het rijk Iran weder opbouwt; maar de oorlogen van dien vorst met Rusland (1827) ontnemen aan P. weder dat gedeelte van Armenië, waarin Eriwan ligt. Na den dood van Feth-Ali (20Oct.l834) beklom Mohammed, zoon van Abbas-Mirza, deu troon; en onder diens regeering geraakte P. nog meer in verval. Nu eens zocht Rusland, dan weder streefde Engeland er naar, P. te winnen in het belang zijner staatkunde : in dat diplomatieke wedijveren heeft Rusland gezegevierd, en zijnen invloed tot op den huidigen dag overwegend doen gelden. Schach Mohammed stierf 6 Sept. 1848, en werd opgevolgd door zijnen zoon Nassir-eddin (geb. 30 Nov. 1829). Onder dezen vorst kwam het 1856 tot eenen oorlog met Engeland, die na verscheidene door de Engeiscben bevochtene overwinningen beëindigd werd door eenen te Parijs gesloten vrede (4 Maart 1857). Sedert de benoeming (Sept. 1858) van Feroek-khan tot grootvizier is P. door tractaten van koophandel en een geregeld diplomatiek verkeer in nauwere aanraking met Europa gekomen.

< >