Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Paltsgraafschap Saksen

betekenis & definitie

Toen hertog Hendrik van Saksen duilsch koning geworden was, droeg hij het bewind over zijne paltsen in NederSaksen en Thuringen aan bijzondere paltsgraven op, die gewoonlijk te Allstadt resideerden. Omstreeks 1040 werd die waardigheid van paltsgraaf geschonken aan de grafelijke familie Gosek, uit welke zij 1080 overging op de grafelijke familie Sommcrseburg; en toen deze 1180 uitgestorven was, kwam het paltsgraafschap aan de landgraven van Thuringen, die hel 1317 aan den markgraaf van Brandenburg afslonden; door het huwelijk van diens dochter (1333) kwam het aan hertog Magnus van SaksenLauenburg, en toen het aan Frederik de Strijdbare overging behield die wel het paltsgrafelijke wapen, doch de titel werd door hem afgeschaft.

< >