Toen hertog Hendrik van Saksen duilsch koning geworden was, droeg hij het bewind over zijne paltsen in NederSaksen en Thuringen aan bijzondere paltsgraven op, die gewoonlijk te Allstadt resideerden. Omstreeks 1040 werd die waardigheid van paltsgraaf geschonken aan de grafelijke familie Gosek, uit welke zij 1080 overging op de grafelijke familie Sommcrseburg; en toen deze 1180 uitgestorven was, kwam het paltsgraafschap aan de landgraven van Thuringen, die hel 1317 aan den markgraaf van Brandenburg afslonden; door het huwelijk van diens dochter (1333) kwam het aan hertog Magnus van SaksenLauenburg, en toen het aan Frederik de Strijdbare overging behield die wel het paltsgrafelijke wapen, doch de titel werd door hem afgeschaft.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk