tweede ottomanische sultan, zoon van Othrnan I, had zich pas van Prusa meester gemaakt (1325), toen hij tot den troon geroepen werd (1326). Hij koos tot minister den wijzen AlaEddin, veroverde Nicomedië (1328), Nicea (1333) en het overige gedeelte van Bithynié, onderwierp het prinsdom Karasi (hoofdslad Pergamum),en plunderde de voorsteden van Constantinopel (1357).
Hij gaf wetten en instellingen aan zijn rijk, en richtte het korps Janitsaren op. In 1347 tronwde hij met Theodora, de dochter van Joh. Cantacuzenus, die keizer geworden was, en zond hem in 1350 hulptroepen legen den koning van Servië. Dit belette niet, dat 0. later aan zijnen zoon Soliman vergunde nederzettingen in Europa (te Tzyrnbe, Ipsala, Rodosto, enz., 1356) te vestigen, ten koste van het Grieksche rijk. Toen 0. 1360 stierf werd hij opgevolgd door Moerad (Amurad I). Onder de regeering van 0. was Broessa (Brussa) in plaats van Konieh verheven tot hoofdstad van" het Ottomanische rijk.