Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Oettingen

betekenis & definitie

öttingen, stad in Beieren, aan de Wörnitz, 7 a 8 mijlen bezuidw. Neurenberg; 3300 inw.; bij O. nederlaag der Engelschen door de Franschen in 1743.

Het was een der hoofdplaatsen van het in 1806 gemediatiseerde rijksgraafschap 0. in den voormaligen zwabischen kreis, welk graafschap 15 a 16 vierk. mijlen groot was, en gedeeltelijk tot Beieren, gedeeltelijk tot Wurtemberg behoorde; het bad twee hoofdplaatsen, nl. O. (zie boven) en Nerisheim in den wurtemb. Jaxtkreis.

< >