(Johannes Joosten van), geb. 2 Aug. 1660 te Leiden, werktuigkundige aldaar, gest. 10 Jan. 1707, en zijn broeder
(Sainnel Joosten van), geb. 25 Juli 1639, gest. 1682, zijn de eersten, die in Holland physicalische instrumenten vervaardigd hebben.
(Johannes van), oudste zoon van eerstgenoemde!], geb. 9 Aug. 1687, gest. 16 Sepl. 1748, was insgelijks werktuigkundige.
(Pieter van), beroemd natuurkundige, broeder van den vorige, geb. 14 Maart 1692, eerst practiseerend geneesheer, werd achtereenvolgend professor der philosophie, der wiskunde en der geneeskunde te Doesburg (1719), te Utrecht (1723) en eindelijk (1740) te Leiden,waar hij 19 Sept. 1761 stierf. Hij was een leerling en vriend van ’s-Granvesande, en droeg door zijne lessen, zijne ontdekkingen en zijne geschriften veel bij tot de invoering in Holland van de proefondervindelijke wijsbegeerte en het Newtonianismus: hij geldt als uitvinder van de zoo beroemde Leidsche Flesch.
