meer bekend onder den naam van Sadik-Pacha, miri-miran (d. i. opperbevelhebber) over het korps turksche kozakken, is geb. 1808 op het kasteel Hatezyniec in Podolië, trad, na te Krysmienec zijne studiën volbragt te hebben, in krijgsdienst, en nam onder de bevelen van zijnen zwager Karel Rozynski roemrijk deel aan den veldtogt van 1831 tegen Rusland. In 1832 naar Frankrijk uitgeweken, schreef hij eenige historische romans; 1840 ging hij als agent van Czartoryiski naar Turkije, vestigde zich vervolgens te Constantinopel, en legde zich op eene grondige studie toe van den toestand en de hulpbronnen van Turkije.
Daar het levensdoel van C. aanhoudend was den russischen invloed tegen te werken, drong Rusland herhaalde malen op zijne uitlevering aan, en zulks in 1850 met zooveel nadruk, dat C., om zich voor goed aan Ruslands vervolging te onttrekken, den Islam omhelsde en den naam aannam van Sadik. Toen Turkije zich verpligt zag om aan Rusland den oorlog te verklaren, werd C. tot den rang van pacha verheven; na menig schitterend wapenfeit werd hij militaire gouverneur van Bucharest, welke betrekking hij behield totdat hij verheven werd totopperbevelhebber der turksche armee in Bessarabié.