Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Leopold (Lotharingen)

betekenis & definitie

hertog van Lotharingen, erfde in 1690 de rechten van zijnen vader Karel VI, die door Lodewijk XIV uit zijne staten was verdreven, werd (1697) bij den vrede van Rijswijk in het bezit van zijn hertogdom hersteld, leefde in vrede met al zijne naburen, en stierf 1729. Hij had Lotharingen in eenen staat van verval en ontvolkt gevonden; hij bevolkte het weder, maakte het welvarend en rijk, en hield zich met niets anders dan het geluk zijner onderdanen bezig.

Zijn zoon, hertog Frans III, huwde Maria Theresia, en werd keizer (Frans 1).

< >