geb. 15 Nov. 1787 te Hintersee in Tirol, gest. 19 Sept. 1854 te Egern aan het Tegern-meer, was in der tijd een wapenbroeder van Andreas Hofer en Lutzow, van 1819 tot 1837 professor der geneeskunde te Bonn, vervolgens geneesheer te Innsbruck tot 1841, toen hij zich als zoodanig te Munchen vestigde, waar hij vooral door zijne magnetische genezingen grooten naam maakte. Van den aanvang zijner studiën af had hij zich met ijver op ’t maguetismus toegelegd.
Onder zijne werken, die daarop betrekking hebben, zijn te noemen: Geschichte des Maguetismus (dl. I, Leipzig 1844); Historisch-psychologische Untersuckungen über den Ursprmg unddas Wesen der menschlichen Seelefóe dr., Stutgart 1857); Der Maguetismus im Verhaltniss zur Nalur und Religton (Stutg. 1842; 2e druk 1853); Der Geist des Menschen in der Natur (Stutg. 1849) ; Anleilmg zur Mesmer’schen Praxis (Stutg. 1852).Ennezat
fransche stad in het dept. Puy-de-Dóme, aan de rivier van Eubenne, 2 uren gaans beoosten Riom; 2500 inw.