Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Johannes Henricus van der Palm

betekenis & definitie

nederl. kanselredenaar, geb. 17 Juli 1763 te Rotterdam, eerst predikant le Maartensdijk, 1796 professor der oostersche talen en hebreeuwsche oudheden te Leiden, van April 1799 tot 1806 agent van nationale opvoeding, 1807 weder professor, gest. 8 Sept. 1848. Van zijne vele werken zijn vooral beroemd zijne editiën (4° en 8°) van den Bijbel met aanteekeningen.

< >