eigenlijk Dietzel of Dietz, de beruchte aflaatkramer, geh. omstr. 1455 te Leipzig, werd Dominicaner monnik aldaar, en maakte grooten naam door zijne welsprekendheid als kanselredenaar. Dit gaf paus Leo X aanleiding om aan T. volmacht te geven, den aflaat te prediken.
De wijze waarop T. dit deed, de schandelijke negotie die hij met de vergiffenis van zouden dreef, joeg de Augustijner monniken tegen hem in het harnas, en noopte Luther tot 't schrijven van lie bekende 95 stellingen. Met alle kerkelijke plechtigheid liet T. die verbranden; doch toen Luther met kracht tegen hem optrad(1517) keerde T. in zijn klooster ('t Panlmenkloosler te Leipzig) terug, en stierf daar 1519 aan de pest.