(graaf), fransch generaal, geb. 1772 te Colmar uit geringe ouders, trad 1788 in dienst bij het wapen der kavallerie, maakte de oorlogen der omwenteling mede, werd adjudant van Desaiï, sloot zich vervolgens aan den Eersten consul aan, die hem de laak opdroeg als bemiddelaar in Zwitserland op te treden (1802); hij vergezelde Bonaparte naar Duitschland, wierp bij Ansterlitz de russische garde overhoop en nam prins G. Repnin gevangen, werd benoemd tot divisie-generaal, verdedigde Dautzig langer d3n een jaar tegen 60,000 man, en sloot eene eervolle capitulatie, die de Russen schonden door het garnizoen krijgsgevangen te honden (1813).
Naar Kiew overgebracht, bleef R. daar gevangen tot 1814. Na de eerste restauratie onderwierp hij zich aan de Bourbons, koos echter weder de zijde van Napoleon bij diens terugkeer van Elba. Na de tweede restauratie bleef R. in Zwitserland tot 1817, sloot zich toen weder aan de Bourbons aan, en werd 1818 tot pair van Frankrijk benoemd. Hij stierf 8 Nov. 1821 op zijn landgoed Rheinweiler in Baden. De Mémoires van R. (Parijs 1823) zijn zeer belangrijk.
