een conventioneel, geb. 3 Jan. 1763, was postmeester te St.-Menehould, toen Lodewijk XVI, met zijn gezin uit Parijs gevlucht, 21 Juni 1791 die stad doorkwam, en herkend werd door D., die zich in allerijl naar Varennes spoedde, waar hij de autoriteiten en de nationale garde op de been bracht, hetgeen de aanhouding van den vluchtenden koning ten gevolge had. Ter Conventie afgevaardigd, onderscheidde D. zich als een heethoofd; in 1793 aangesteld als commissaris bij de noorder-armee, viel hij in handen der Oostenrijkers, trachtte vruchteloos van den Spielberg te ontsnappen, en erlangde eerst 1795 zijne vrijheid.
Onder-prefect tijdens het consulaat en het keizerrijk, werd D. na de 2e restauratie gebannen (1816), doch stierf 11 April 1824 te Macon, waar hij zich schuil had gehouden onder den naam van Merger.