Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

J. von auffenberg

betekenis & definitie

(vrijheer), dramatisch dichter, geb. 25 Aug. 1798 te Freiburg in de Breisgau, ondernam 18j5 na zijne studie-jaren eene avontuurlijke reis naar 'Griekenland, maakte als Oostenrijkse!) militair 1815 den veldtogt tegen Frankrijk mede, en schreef te Weenen zijn trein spel Pizarro. Op den wensch van zijne ouders keerde hij naar Baden terug, trad als luitenant in de garde, schreef eene reeks van dramatische stokken, waaronder Ludit’ig XI in Peronne, en ondernam 1832 eene reis naar Spanje, die hij beschreef ouder den titel van Humoristische Pilgerfahrt nach Granada und Cordova (Leipz. en Stutg. 1835).

Van zijne 24 dramaas verdient afzonderlijke melding zijngroote stuk Alhambra (3 dln. Carlsruhe 1829—30).In 1839 werd hij hofmaarschalk van den hertog van Baden; en 1843—47 verschenen zijne Sammtliche Werke (22 dln. Siegen en Wiesbaden).

< >