duitsch Hlyrien, sedert 1815 de benaming voor het noordwestelijk gedeelte der voormalige illyrische provinciën, dat met den titel van koningrijk onder het gezag van Oostenrijk terugkeerde, en bestond uit Carinthië (Karnlhen), Carniola (Krain), Gortz en Gradisca, Istrie, enz. Dit koningrijk I., ten N. begrensd door het aartshertogdom Oostenrijk en door Stiermarken, ten O. door Stiermarken, burgerlijk Croatie en het hongaarsche oeverland, ten Z. door de Adrialische Zee, en ten W. door het Lombardisch-venetiaansch koningi ijk en door Tirol, had eene uitgestrektheid van 270 kilomètres lengte bij 220 kil. breedte, en eene bevolking (1850) van ruim 1,291,296 zielen (Slawen, V. enden, Italianen, Croaten en Grieken); de hoofdstad was Laybach.
Tot dit koningrijk 1. behoorden ook de eilanden in de golf van Quarnero, waarvan de voornaamste: Veglia, Cherso en Osero. Bij de nieuwe indeeling der oosteurijksche monarchie (1850) ging de naarn van het koningrijk 1. weder te niet, en werd het gesplitst in vier deelen, nl. de drie kroonlanden Karnthen (Carinthié), Krain (Carniola), Gortz met Istrie, en het rijksgebied Triest.