engelsch tacticus, geb. 1729 in het prinsdom Wallis, gest. 19 Juni 1783 te Huy aan de Maas. Uit engelsche dienst overgegaan in die van Oostenrijk, werd hij adjudant van generaal Lascy; maakte als luitenant-kolonel den Zevenjarigen oorlog mede; ging vervolgens naar Pruisen, later naar Rusland ; onderscheidde zich in het russische leger gedurende den oorlog tegen de Turken, en ontving van Catharina den rang van generaal-majoor.
Na zijnen dood werden al zijne papieren, waaronder ook een Plan hoe met vreemde troepen eene landing in Engeland volbracht konde worden, door het engelsche gouvernement in beslag genomen, doch verschenen niettemin 1798 in het licht. Zijne onvoltooide »Geschiedenis van den Zevenjarigen oorlog” (2 dln. Londen 1781) werd door Tempelhoff ten grondslag genomen bij het schrijven van zijn groote werk.