oudheidkundige, geb. 27 Oct. 1798 te Berlijn,studeerde le Berlijn en te Heideiberg, bereisde 1820—24 Frankrijk, Engeland, Egypte en Voor-Azië, nam 1825 het boekhandelaarsbedrijf over van Fr. Nicolai (zijn grootvader van moederszijde), en werd 1857 lid der Akademie van Berlijn.
Hij wordt gerangschikt onder de degelijkste kenners van de klassieke en egyptische oudheid. Behalve Wanderungen durch Sicilien und die Lemnte (2 dln. Berlijn 1834—40) zijn van P’s werken, benevens uitmuntende editiën van grieksche en romeinsche boeken, inzonderheid te noemen: Das alcxandrinische Museum (Berlijn 1837); Vocabulariumcoptico-lalinum (Berlijn 1844).