Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Friedrich Wilh. Kucken

betekenis & definitie

duitsch componist, geb. 10 Nov. 1810 te Bleekede in het Luneburgsche, eerst muziekmeester van den koning van Hanover, daarna afwisselend verblijfhoudende te Weenen, in Zwitserland en te Parijs, waar hij zich onder Halévy in de instrumentatie oefende, werd 1851 bofkapelmeester te Stuttgart. Men heeft van bem verscheidene operaas, zangstukken en liederen.

< >