Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Floris de voogd

betekenis & definitie

jongste zoon van graaf Floris IV, geb. omstr. 1230, was een broeder van graaf Willem II. Toen deze lot Roomsch koning verkoren werd, en uit dien hoofde verplicht was zich naar Duitschland te begeven, stelde hij zijnen broeder F. aan als stadhouder van Holland en Zeeland; en na Willem's dood (1256) hield F. als voogd over den minderjarigen Floris V (zie hierboven) het bewind in handen, en werd dan ook onder den naam van Floris de Voogd door 's lands edelen erkend en gehuldigd.

In hetzelfde jaar 1256 (13 Oct.) sloot hij vrede met gravin Margareta van Vlaanderen, op eene wijze, waardoor aan de langdurige twisten tusschen Vlaanderen en Holland voor goed een einde kwam. Holland en Zeeland genoten nu eenigen tijd rust, waarvan Zeeland vooral goede vruchten mocht plukken; F. was dan ook inzonderheid bij de Zeeuwen geëerd en bemind. Doch hij mocht van de liefde zijner onderdanen niet lang genot hebben. Door den hertog van Braband genoodigd op een steekspel te Antwerpen, werd F., die een hartstochtelijk beminnaar van dergelijke wapenspelen was, bij ongeluk doodelijk getroffen door eene lans, en stierf 26 Maart 1258. Zijn lijk werd uit Antwerpen naar Middelburg vervoerd, en daar met alle staatsie bijgezet (8 Mei).

< >