Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Ferdinand de La Corda

betekenis & definitie

infant van Castilie, geb. 1254, oudste zoon van Alfons X, koning vau Castdié en Leon, stierf 1275 nog vóór zijnen vader, doch liet kinderen na, die van den troon verstoken werden door hunnen oom Sancho (IV). Deze Ferdinand was een schoonzoon van den heiligen Lodewijk. — L.

C. (Alfons de), bijgenaamd de Onterfde, zoon van den vorige, deed vergeefsche pogingen om den troon van Castilië te herwinnen ; hij nam de wijk naar Frankrijk, waar Karel de Schoonc hem de baronie Lunel schonk ; bij stierf daar 1347. Van zijne zonen werd Lodewijk admiraal, Karel connétable van Frankrijk, en Jan werd 1357 ter dood gebracht op bevel van Peterden Wreedaard, koning van Castilië. De overige afstammelingen van den infant (Ferdinand, zie boven) droegen den titel van heeren van Vittoria, en stierven uit in de 15e eeuw.

< >