Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Edgar atheling

betekenis & definitie

engelsche prins, een neef van Eduard III, had aanspraak op den engelschen troon, maar zag zich de kroon ontweldigen, eerst (1066) door Harald, later door Willem den Veroveraar. Na eene vergeefsche poging om den troon te beklimmen, deed hij afstand van zijne rechten, en werd een trouw onderdaan van Willem.

< >